Inleveracties in Almere
Wijkagent Niels doet verslag
Digitaal wijkagent Niels Horn, Almere. (Foto: privé)
In het kader van de campagne ‘Drop je knife’ vonden afgelopen najaar in ruim 200 gemeenten in Nederland inleveracties plaats. Digitaal wijkagent Niels Horn vertelt over zijn ervaringen in Almere.
Op de dag van dit interview staat Niels Horn met de grote blauwe inlevercontainer op het Stadhuisplein. Eerder was hij, samen met collega's van Handhaving en jongerenwerkers, te vinden bij jongerencentra en andere trefpunten in Almere. Zichtbaar aanwezig en benaderbaar zijn, dat ziet hij als een grote waarde van deze actie. “Het maakt ons benaderbaar, het is laagdrempelig. We gaan op een ongedwongen manier in gesprek met jongeren.”
Jongeren kunnen anoniem en straffeloos hun wapens ‘droppen’ in een grote blauwe container. Horn verwacht overigens niet dat de container vandaag vol wordt gegooid: “De drempel daarvoor is best hoog als er een politieagent naast staat. Maar het begint bij contact leggen. Sommige jongeren zeggen een mes te dragen omdat iedereen dat doet en ze zich niet meer veilig voelen zonder. Dan heb ik het met ze over oorzaak en gevolg en leg ik uit wat strafbaar is. En als hun wapenbezit te maken heeft met hun leven als rapper, leg ik uit: als jij in de cel zit, wil geen enkel boekingskantoor jou hebben. Ontwikkel je creativiteit, maar belemmer jezelf niet omdat je te vaak bij mij in het celletje zit.”
Mobiel medialab
Grote aandachtstrekker bij deze acties is het Mobiele Medialab van de politie. Daarin zijn films te zien over het thema en kunnen jongeren een kwis over wapens en de wapenwet spelen op hun mobiel. "Zo maken we ze bewust van wat wel en niet mag, maar ook van de risico's van wapenbezit." De inzamelacties vinden plaats op initiatief van de gemeente en worden in Almere gerealiseerd in samenwerking met het jongerenwerk.
Online aanwezig
Bij de inleveracties gaat Niels Horn op straat het gesprek aan met jongeren, maar meestal doet hij dat via het toetsenbord. "Als wijkagent digitaal breng ik heel veel tijd online door. Zichtbaar aanwezig zijn werkt daar preventief, net als op straat. Ik begeef me vooral op social media platforms waar jongeren te vinden zijn. Daar kijk ik wat er online speelt en of ik ergens moet ingrijpen." Zo benaderde hij onlangs een Almeerse jongere die een foto van zichzelf met een automatisch vuurwapen had geplaatst. "Ik vroeg hem naar het bureau te komen om het verhaal achter die foto te vertellen. Het bleek om een gefotoshopt beeld te gaan. Hij heeft dat nadien online kenbaar gemaakt, met excuses, zichtbaar voor al zijn volgers."
Samenwerking
Horn beschrijft zijn taak als ‘spin in het web’: "Waar nodig zet ik opsporingstechnieken in of breng ik de juiste partijen in positie. Daarbij gaat het echt niet altijd om een strafrechtelijk traject; ik schakel ook met het jongerenwerk, jeugdzorg, scholen enzovoort." Regelmatige contacten tussen lokale partijen zijn goud waard, benadrukt hij. "Zorg en hulpverlening, politie, school: we hebben allemaal stukjes informatie over wat er speelt onder jongeren. Als we elkaar blijven betrekken, dan kun je tijdig schakelen. Het is zonde als het op straat escaleert en je dan hoort: 'tja, dit zagen we al aankomen'. Want ook al denken we soms vanuit verschillende belangen, de veiligheid van kinderen en jongeren staat voor ons allemaal voorop."